Binnen een goed werkend informatiebeveiligingssysteem krijg je te maken met de volgende twee begrippen: RPO vs. RTO. De termen vormen de basis van een goed Business Continuity Plan (BCP) en bepalen hoe goed jouw organisatie kan omgaan met een storing, cyberaanval of ander incident. Cyberaanvallen zijn tegenwoordig aan de orde van de dag; het recente incident bij het RIVM laat zien dat geen enkele organisatie volledig immuun is. (Bron: NOS)
RTO staat voor Recovery Time Objective en beschrijft hoe snel een systeem of proces weer operationeel moet zijn na een storing.
Het is de maximale tijd dat je organisatie zonder een bepaalde applicatie, database of dienst kan functioneren.
Voorbeeld:
Je webshop valt uit en je RTO is ingesteld op 4 uur, dan moet het systeem binnen die tijd weer werken om omzetverlies te beperken.
Een korte RTO vraagt vaak om geavanceerde back-up- of cloudoplossingen die snel herstel mogelijk maken.
RPO staat voor Recovery Point Objective en bepaalt hoeveel data je maximaal mag verliezen bij een storing. Het verwijst naar het tijdstip van de laatste geldige back-up.
Voorbeeld:
Maak je één keer per 12 uur een back-up, dan is je RPO 12 uur.
Als er een storing optreedt, verlies je dus maximaal 12 uur aan data.
Hoewel RPO en RTO nauw met elkaar verbonden zijn, richten ze zich op twee verschillende aspecten van herstel:
| Aspect | RTO | RPO |
| Richt zich op | Tijd | Data |
| Vraag | Hoe snel kan ik herstellen? | Hoeveel data mag ik verliezen? |
| Doel | Operationele continuïteit | Zo min mogelijk dataverlies |

RPO vs. RTO zijn onmisbare onderdelen van elk effectief Business Continuity Plan.
Ze helpen organisaties risico’s te beperken, downtime te minimaliseren en dataverlies te voorkomen.
Door realistische doelen te stellen en deze regelmatig te toetsen, vergroot je de digitale veerkracht van je organisatie en ben je beter voorbereid op onverwachte situaties.
Vragen over realistische RPO- en RTO-doelen voor jouw organisatie? Neem hieronder contact met ons op!